Het gedwongen vertrek van Schipholdirecteur Emmerink: een illustratie van de spagaat naar duurzaamheid
Het gedwongen vertrek van Schipholdirecteur Emmerink illustreert de spagaat van bedrijven die duurzamer willen worden. Omdat in de bestuurskamers korte termijn-denken te vaak wint, moet verandering beginnen bij de toezichthouders.
Korte termijn versus lange termijn: een terugkerend dilemma
Bij Schiphol moet een manager die omwonendenbelangen en milieu in balans wilde brengen met vliegmaatschappijen en aandeelhouders, het afleggen tegen een nieuwe CEO voor die winst en groei voorop telt. Ook bij Unilever en Danone moesten recent transformatieve leiders die verder wilden kijken dan winstbejag, wijken voor conservatieve belangen toen een nieuw bestuur aantrad. Het is duidelijk dat grote ondernemingen worstelen met de transitie naar een ander economisch model. Een model, waarover binnen de samenleving consensus bestaat en dat uitgaat van duurzaamheid en een betere balans tussen de belangen van álle stakeholders. Hiervoor is praktische wijsheid’ nodig: de vaardigheid om beslissingen nemen die niet alleen het eigenbelang dienen en een cultuur van reflectie en aanspreekbaarheid te koesteren. Niet winstmaximalisatie staat voorop, maar de lange termijn en de impact op alle belanghebbenden, met oog voor de onvoorspelbare dynamiek van een snel veranderende wereld.
Conservatisme wint
Het vertrek van Emmerink en andere bestuurders met praktische wijsheid bewijst dat conservatieve krachten het winnen van bredere belangen, maatschappelijke innovatiekracht en van een bedrijfscultuur van aanspreekbaarheid en kritisch denken. Er is een diepgewortelde weerstand tegen verandering die ingaat tegen gevestigde economische belangen. Topmanagers blijven klassiek denken in termen van aandeelhoudersbelang en financiële parameters. Daarom moet de baas van de baas aan de slag: de toezichthouder.
De rol van toezichthouders: verandering mogelijk maken
Raden van toezicht en RvC’s hebben de sleutel in handen. Hier zitten -in theorie- de mannen en vrouwen met de levenservaring, professionele vaardigheden en afstand tot de operationele aspecten om doordacht de koers van een organisatie te toetsen en te beïnvloeden. Zij moeten niet alleen sturen op financiële resultaten, maar de ruimte bieden voor een cultuur van reflectie, verantwoordelijkheid en lange termijn waardecreatie. Zij moeten verantwoorde leiders zoals Emmerink steunen in plaats van hen te verwijderen. Dit vraagt om een cultuur die reflectie en aanspreekbaarheid waardeert en als voorbeeld dient voor de bestuurskamer. Het is nodig en het is mogelijk.