Maatschappelijk bijdrages komen voort uit wijs leiderschap, niet uit politieke dwang.

Een goede leider is volgens de auteurs een ‘dienende leider’ die begrijpt dat het niet om ‘hem of haar’ gaat maar om de organisatie. Als het bij de ‘goede leider’ alleen zou gaan om de organisatie dan is dat nogal een beperkte invulling van leiderschap. Een goede leider is een leider met visie. Het voorstel om de verantwoordelijkheid bij ‘de onderneming te leggen’ is daarnaast redelijk abstract. Want wat moet worden verstaan onder ‘de onderneming’? Dat klinkt als de opmerking van Thatcher die ooit zei ’there’s no such thing as society’. ‘De onderneming’ bestaat niet, de onderneming wordt gevormd door de mensen die er werken. Als de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke bijdrage bij de onderneming zou moeten liggen dan ligt die verantwoordelijkheid dus bij de mensen. Daaruit volgt dan dat het de tone at the top is die bepaalt hoe er met die maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt omgegaan. En die wordt dan weer bepaald door de raad van commissarissen samen met de raad van bestuur. Dat is minder abstract dan ‘de onderneming’. Dit zijn mensen van vlees en bloed die alleen al uit hoofde van hun verantwoordelijkheid met de belangen van de verschillende stakeholders rekening moeten houden. Tot die stakeholders worden naast de aandeelhouders ook de medewerkers, financiers en leveranciers gerekend. Sinds enige tijd wordt daar steeds vaker het ‘gemeenschappelijk belang’ of ‘maatschappelijk belang’ aan toegevoegd en dat is een verheugende ontwikkeling.

Naast de door de auteurs genoemde Nederlandse ondernemers (waar Paul Polman ten onrechte ontbrak aangezien hij bij Unilever aan het Sustainable Living Plan uitvoering gaf) gaan er in het buitenland inmiddels ook de nodige stemmen op om ’the common good’ tot de stakeholders te rekenen. Larry Fink (CEO van BlackRock, het grootste beleggingsfonds ter wereld) benadrukte in zijn laatste brief aan de CEO’s dat ondernemingen hun commitment aan de communities waar zij actief zijn moeten tonen. Met name met betrekking tot de issues die van belang zijn voor de toekomstige welvaart van de wereld. De democratische senator Elisabeth Warren stelt in haar wetsvoorstel uit 2018 (The Accountable Capitalism Act) dat ondernemingen niet alleen verantwoording af moeten leggen aan aandeelhouders maar ook de belangen van de ‘major corporate stakeholders’ mee moeten laten wegen.
Nu is het geen toeval dat het afwegen van het korte termijn belang versus het lange termijn belang en het rekening houden met het maatschappelijk belang als kenmerkende dimensies van wijsheid worden gezien. Wijs bestuur houdt per definitie rekening met haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. De tone at the top moet een proces van wijze besluitvorming faciliteren en daarmee ligt de verantwoordelijkheid bij de raad van commissarissen en de raad van bestuur en niet bij de politiek. Politieke dwang zou pas in stelling gebracht moeten worden als ultieme remedie. Ik denk dat er voldoende wijsheid aanwezig is bij commissarissen en bestuurders om hun verantwoordelijkheid, ook hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, te erkennen en daar ook naar te (gaan) handelen. Die wordt helaas alleen onvoldoende benut.

Drs. J(ohn) van der Starre RA, commissaris en buitenpromovendus aan de Universiteit Utrecht Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Promotie-onderzoek naar ‘de wijsheid van de commissaris’