Voorstellen NBA slechts een doekje voor het bloeden


De voorstellen van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) om van de accountant weer de vertrouwensman van het maatschappelijkverkeer te maken, zijn niets meer dan een doekje voor het bloeden (en lees: niets anders dan koren op de molen van de grote Nederlandse accountancykantoren). Dit hebben niet alleen de verschillende bedrijfsschandalen van de afgelopen jaren denk aan Enron en Ahold, maar ook de bankencrisis pijnlijk inzichtelijk gemaakt. Er bestaat jammer genoeg nog steeds een duidelijke kloof tussen datgene wat de accountant doet en de verwachting die daarover bestaat bij het maatschappelijk verkeer.

 

De voorstellen die de NBA doet om crosselling van accountants tegen te gaan; door het niet langer belonen van het verkopen van adviesdiensten aan controle cliënten is een halve maatregel. Ook het eerdere NBA-voorstel om een tussentijdse wissel van accountant te melden, zal weinig zoden aan de dijk zetten. En wat houdt het in feite in: melding van een accountantswissel? Een tussentijdse accountantswisseling dient gemeld te worden maar als de accountant slechts voor één jaar is benoemd moet hij het wel heel bont maken om er tussentijds uitgezet te worden. En dan zijn er vaak meer ‘red flags’ die het gevaar aangeven. Dat bij de jaarlijkse beoordeling van de accountant zijn commerciële kwaliteiten niet in de beoordeling mogen worden meegenomen is ook geen maatregel met impact. Het betekent dat hij voor extra diensten aan zijn controleklant niet (extra) mag worden beloond, en niet dat hij ze niet zou mogen leveren.

 

Wijken deze plannen dan echt zo af van hetgeen dat de EU voorstelt? Ja. Als de NBA écht van plan is weer een vertrouwensman van de Nederlandse accountant te  maken volgt het de plannen die Eurocommissaris Michel Barnier van Interne Markt stelt op. Barnier durft paal en perk te stellen aan het ‘wining-and-dining principe’ van de accountant. Zo zou hij gezamenlijke audits (van beursfondsen) door verschillende accountantskantoren verplicht willen stellen en een strikte scheiding tussen boekencontrole en adviesdiensten willen aanbrengen. Ook zouden bedrijven voortaan om de 9 jaar van kantoor moeten wisselen om een werkelijk onafhankelijke controle te waarborgen. In de Tweede Kamer tekent zich reeds een meerderheid af voor een wetsvoorstel dat zelfs eens per 6 jaar een kantoorwissel verplicht stelt.

 

Dat de Big Four tegen deze voorstellen zijn zal geen verbazing wekken. De omzet van deze accountants wordt immers bedreigd en zou kunnen leiden tot opsplitsing van de kantoren in een advies- en een controletak. Maar dat is ook niet de vraag. De vraag was: hoe kan de (Nederlandse) accountant weer een vertrouwensman van het maatschappelijkverkeer worden en kunnen de plannen van Barnier uitkomst bieden op dit vlak? Als we aannemen dat de primaire taak van de accountant bestaat uit het verstrekken van een verklaring van getrouwheid bij de jaarrekening, dan dienen de maatregelen van de EU erop gericht te zijn die functie te ondersteunen. Momenteel wordt de markt voor de (internationale) accountantscontrole gedomineerd door de Big Four. Echter, de maatregelen van Barnier zullen bijdragen aan het doorbreken van dit oligoplie: met meer keuze zal een kantoor meer moeten doen dan alleen maar concurreren op prijs. Kwaliteit gaat dan echt tellen. De (enige) manier om het vertrouwen in de accountant te herstellen.